De familie Van Schenge speelt de baas in deze groep herders. Ze worden steeds belangrijker en laten een kasteelberg opwerpen op de plaats waar nu in Goes de katholieke kerk staat. Ze krijgen het gezag over het dorp dat naar de kreek Goes gaat heten en worden ambachtsheer. Het dorp ligt gunstig aan het water en krijgt geleidelijk meer betekenis als havenplaats met tolrechten. De Schenge's worden overvleugeld door de Van Borsele's, die op hun beurt ook weer het veld moeten ruimen.
Rond 1300 wordt begonnen met de bouw van een nieuw kasteel, dat eerst Torenburg heet en later bekend wordt als Slot Oostende. In de veertiende eeuw is Goes hard op weg om stad te worden, maar blijft wat steken in zijn ontwikkeling.
Pas als Willem VI Goes en de Goese belastingen nodig heeft komt het ervan: vanaf 1405 wordt Goes als stad gezien. Bekijk ook de website over Goes in de 18e eeuw.